Ga verder naar de inhoud

FAQ

Veelgestelde vragen

Op 21 februari 2024 stelde de provincieraad het Ruimtepact 2040 definitief vast. Het Ruimtepact 2040 is het nieuwe ruimtelijk beleidsplan voor Limburg.

De Vlaamse Regering heeft 45 dagen de tijd om een eventueel voorbehoud te formuleren, waarna de definitieve vaststelling in het Belgisch Staatsblad zal worden gepubliceerd. 14 dagen later (vermoedelijk begin mei) treedt het Ruimtepact 2040 in werking.

De antwoorden hieronder zijn onder voorbehoud van de inwerkingtreding.

Waarom heeft de provincie het Ruimtepact 2040 opgemaakt?

We hebben een kader nodig om met de ruimtelijke impact van de huidige en toekomstige evoluties om te gaan: de samenstelling van de bevolking verandert, de economie evolueert snel, de open ruimte staat onder druk, de mobiliteit blijft toenemen, het klimaat verandert, de technologie ontwikkelt zich razendsnel. Dat heeft ook impact op de beschikbaarheid van onze ruimte, hoe onze ruimte functioneert, hoe we onze omgeving organiseren en beleven, …. Het ruimtelijk structuurplan is 20 jaar oud en bijna volledig uitgevoerd. Na 20 jaar was een actualisering van het provinciale ruimtelijke beleid nuttig en nodig, met een verderzetting van het beleid waar dit een meerwaarde heeft betekend voor Limburg en met andere accenten waar dat nodig is.

Welke invloed heeft het Ruimtepact 2040 op mij, als burger?

De onderdelen van het ruimtelijk beleidsplan (de strategische visie en de 3 beleidskaders) leggen een ruimtelijke visie vast en hebben geen verordende kracht. De uitspraken in het Ruimtepact 2040 zijn niet rechtstreeks juridisch afdwingbaar voor burgers.

Dit betekent dat bij de beoordeling van een omgevingsvergunning, het Ruimtepact 2040, geen rechtsgrond vormt voor de beoordeling. Inhoudelijke elementen van het Ruimtepact 2040 kunnen wél meespelen in de beoordeling van de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening.

De visie van het Ruimtepact 2040 zal verder uitgewerkt worden in juridisch afdwingbare instrumenten zoals een (provinciale) stedenbouwkundige verordening (leggen stedenbouwkundige voorschriften vast) of een (provinciaal) ruimtelijk uitvoeringsplan (naast het vastleggen van stedenbouwkundige voorschriften, wijzigen deze plannen ook een bestemming). Deze plannen hebben wél invloed op u als burger gezien de verordende kracht. De procedure voor deze plannen is juridisch vastgelegd waarbij ook steeds inspraakmomenten worden voorzien.

Welke invloed heeft het Ruimtepact 2040 op mij, als lokaal bestuur?

Het Ruimtepact 2040 bevat een strategische visie en 3 beleidskaders. De beleidskaders bevatten richtlijnen voor de lokale besturen en voor het opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Bij de advisering van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of gemeentelijke verordeningen vervangt het Ruimtepact 2040 het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg. (zie meer: VCRO art. 2.2.23 §2 & art. 2.3.2 §2/1)

Ook gemeentes kunnen een ruimtelijk beleidsplan opmaken. De gemeente werkt daarin de thema’s uit die het best op dat niveau worden aangepakt. Indien een gemeentelijk beleidsplan wordt opgemaakt dat zonder aanvaardbare motivering afwijkt van het provinciaal beleidsplan, kan de provincie een voorbehoud maken bij dat specifieke onderdeel.

Wat wordt er verstaan onder een kwalitatieve woonomgeving?

We streven naar kwaliteitsvol wonen in een kwalitatieve woonomgeving met respect voor de identiteit van elke kern. Binnen Limburg is er een grote variatie aan woonomgevingen, gaande van stedelijke kernen met een hoge verweving aan voorzieningen tot de kerkdorpen in de landelijke gebieden. Ze zijn allemaal belangrijk en vormen de identiteit van Limburg.

Daarom wordt binnen het Ruimtepact 2040 aandacht gegeven aan al deze kernen, ongeacht of deze binnen het stedelijk gebied liggen of in een meer landelijke omgeving. Een kwalitatieve woonomgeving is dus een woonomgeving waarbij zowel het woonweefsel (de woonontwikkelingen) als het voorzieningenaanbod afgestemd zijn op de maat van de kern. Door het woonweefsel strategisch en duurzaam binnen die kernen te versterken, kan die variatie bewaard worden.

Daarnaast heeft de provincie zich geëngageerd om de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties als referentiekader te hanteren voor het provinciale beleid. Daarbij spitsen we ons toe op die duurzame ontwikkelingsdoelstellingen waar we vanuit het ruimtelijk beleid en op provinciaal niveau met het Ruimtepact 2040 een bijdrage aan kunnen leveren. Het gaat hierbij over de thema’s klimaat, water, biodiversiteit, ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving en erfgoed, mobiliteit en bereikbaarheid en een gezonde en veilige leefomgeving. Deze thema’s zijn impliciet verbonden aan zowel milieu als ruimte en laten dus een geïntegreerde benadering toe. Ruimtelijke planning heeft dus ook (in de mate van het mogelijke) een bijdrage te leveren aan klimaat, water, ecosystemen en bossen, industrie en innovatie, nederzettingen, voedselproductie, duurzame energie, inclusieve samenleving en gezondheid. Deze thema’s dragen elk bij aan een kwalitatieve woonomgeving.

Hoe kan een kernversterkend beleid voor kleinhandel als lokaal bestuur worden aangepakt?

Een locatiebeleid voor kleinhandel is, naast een provinciale verantwoordelijkheid, ook een belangrijke verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen. Het Decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid biedt een kader en instrumenten aan gemeenten (en niet aan de provincie) om bv. kernwinkelgebieden af te bakenen.

Kerngericht en verweven kunnen in principe alle winkels. Belangrijke randvoorwaarde hierbij is dat het op maat van de kern gebeurt. Het uitgangspunt moet zijn dat de totale winkelvloeroppervlakte niet meer toeneemt. Als er toch een bijkomende ontwikkeling nodig is, moet deze kerngericht zijn en moet minimum dezelfde winkelvloeroppervlakte elders worden weggenomen. Het huidige aanbod van perifere grootschalige kleinhandelsconcentraties mag in geen enkel geval toenemen. Integendeel, een afbouw of een ruimtelijke herstructurering is aangewezen.

Wat als een gemeente met een stedelijke kern fuseert met een gemeente met een hoofdkern? Wat gebeurt er met het statuut van de hoofdkern?

De typering van de lokale kernen (waaronder het aanduiden van een hoofdkern, specifieke kernen en woonkernen) valt onder de autonomie van de gemeenten (ook bij een fusie). In het beleidskader wordt voor elke huidige gemeente wel een suggestie gedaan voor de hoofdkern.